Jan de Reus brengt stuurmanskunst naar grotere hoogte
12 jun 2025

- Deel dit artikel
12 jun 2025
Vele jaren lang hamerde Jan de Reus op de bouwplannen voor Flevoland. Hij sloeg markante piketpaaltjes en plaveide de paden in een strak bemeten landschap. Soms met een bouwhelm op, soms met een sjaal om, maar altijd met beide benen op de grond. Om Flevoland in de basis naar een nieuw niveau te tillen.
Blauwe blazers passen Jan de Reus niet echt en voor bekertjes met bier bedankt hij graag. Hij draagt liever een lichte streepjesblouse en haalt zijn kracht uit koffie. Zodat hij in de allerlaatste weken van zijn arbeidzame leven de hele dag hard door kunnen blijven werken. Straks heeft Jan de Reus misschien alle tijd, maar nu gunt hij zichzelf nog geen moment rust. “Ik heb namelijk een heel aantal ingewikkelde gesprekken te voeren. Over ruimtelijke plannen en over Defensie. Rondom die thema’s neemt het Rijk juist aan het einde van deze maand een aantal belangrijke besluiten. Als die beslissingen vallen zoals ik hoop, ben ik een tevreden man. Dan hebben we zowel het zuur als het zoet. En dan kan ik op Hemelvaartsdag met een gerust hart vrij nemen. Een mooi moment om te wennen trouwens.” Hij lacht. “Want dan ben ik in ieder geval niet de enige.”
Op het schoteltje voor hem staan keurig gepolijste serviesstukken. Zelfs op bepalende momenten in zijn bestuurlijke periode nam Jan de Reus altijd met gemoedelijk genoegen de gelegenheid voor een goed gesprek. Daar heb ik altijd van genoten in de provinciepolitiek. Discussiëren met elkaar, debatteren met elkaar en dan toch ook steeds weer met elkaar om tafel. Heel simpel: kopje koffie erbij, uitleggen wat je vindt en waar mogelijk tot overeenstemming zien te komen. Want ja, ik ben nu eenmaal iemand die graag invloed uitoefent. Ik mag graag mijn eigen toko runnen. Maar samenwerken is uiteindelijk toch leuker.”
Desondanks tapt De Reus zijn warme drankjes al bijna een heel leven lang met een subtiel scheutje Rotterdamse bravoure. Vijftien jaar geleden dronk hij zijn eerste kopjes koffie op het provinciehuis. “Na een paar goede ontmoetingen werd ik als nieuweling meteen benoemd tot fractievoorzitter van de VVD. Ik sprak me soms stevig uit en het ging er in alle eerlijkheid soms te heftig aan toe. Maar als fractievoorzitter en zelfs later als gedeputeerde vond ik het wel enorm leuk om mijn tegenstanders in het debat lichtjes te plagen. Dan keken anderen mij wel eens met grote ogen aan. Jan, Jan, Jan, wat doe je nu? Nou, humor heb je soms nodig. Anders wordt het doodsaai.”
In een woelig voorjaar klonk voor Jan de Reus het startsein van zijn bestuurlijke periode. Nadat liberaal Jaap Lodders een benoeming tot wethouder in Almere had aanvaard, nam diens partijgenoot zijn plaats in. “Ik weet nog goed dat ik zes jaar geleden mijn eerste overleg had en me volop moest voorbereiden. Digitaal natuurlijk, maar als je al die pagina’s zou hebben geprint, had je een loodgieterstas vol.”
Maar de paperassen kregen perspectief en de kaders kregen lijn. In de afgelopen zes jaar scherpte De Reus zijn blik aan tot een helikoptervisie op hoofdlijnen. Met mobiliteit als motor en bouwstenen als basis. Als een ontwerper met overzicht, een voortvarend vormgever en natuurlijk een constructieve koffiedrinker. “Al zijn de gesprekken zeker niet altijd makkelijk. Neem nu de plannen voor een IJmeerlijn, de oeververbinding over het water tussen Amsterdam en Almere. Toen ik kwam, was het hele idee dood en begraven. Ik heb flink moeten aandringen om het thema weer ter tafel te krijgen. Maar zodra er geld is, gaat -ie er komen. Bij de Lelylijn is die afweging veel lastiger.”
Tientallen kilometers noordelijker timmerde De Reus flink aan de weg. “In november hebben we geld gekregen voor de verbreding van de A27. Daar ben ik heel blij mee. Ook de woningen die we willen bouwen worden al heel zorgvuldig ingepast. We weten al waar die huizen moeten komen in Flevoland, dus de provincie kan ook de komende tijd flink aan de gang. Als je geld bij de A6 weghaalt, heeft dat gevolgen voor het bouwen.”
Voor Jan de Reus zelf is het moment gekomen om zijn koers te verleggen. “Het is genoeg geweest. In m’n kop blijf ik twintig, maar ik loop tegen de zeventig. Ik wil naar m’n vrouw en kinderen luisteren en meer tijd nemen om te zeilen.” Eerst dit avontuur maar eens afronden. Voor nu heeft hij genoeg gepraat. “Ik heb straks een gesprek waar ik echt nog even over na moet denken…”
Aan de randen van zijn koffiekopje kleeft een donker gebronsd kransje restanten. Het achtergebleven bodempje branie bewaart hij zorgvuldig voor zijn opvolger.