Interview Ellentrees Müller

“Al dertig jaar woon ik met heel veel plezier in Almere,” vertelt gedeputeerde Ellentrees Müller met een glimlach. “Ik ben hier echt thuis. Flevoland is fris, ruim en altijd in ontwikkeling. Dat past bij mij.” Sinds mei 2025 is Müller gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening, Wonen, Mobiliteit en Infrastructuur. Een veelzijdige portefeuille, maar juist dat vindt ze interessant. “Wonen en bereikbaarheid horen bij elkaar. Je kunt pas goed wonen als je ook goed van A naar B kunt. Dat maakt deze combinatie zo logisch én uitdagend.”

Van gemeentelijke praktijk naar provinciale visie

Voordat ze gedeputeerde werd, werkte Ellentrees als programmamanager maatschappelijk vastgoed bij de gemeente Noordoostpolder. Daar leerde ze de kracht van lokaal werken kennen. “Nu kijk ik op een ander schaalniveau, maar nog steeds met hetzelfde doel: een provincie waar mensen prettig kunnen wonen, werken en leven. En het mooie is: ik werk nu met allemaal mensen die net zo dol zijn op Flevoland als ik.”

Almere als voorbeeld: “Ruimte voor mensen én groen”

Als het over wonen gaat, begint ze enthousiast te vertellen over haar eigen stad. “Wat ik zo bijzonder vind aan Almere, is dat de stad bewust is ontworpen met ruimte voor groen. In bijna elke wijk heb je een park op loopafstand. Dat is niet vanzelfsprekend, in oudere steden zoals Amsterdam is daar simpelweg geen plek voor. Hier is dat wél doordacht aangelegd en dat maakt het wonen hier zo prettig.”

Potentie om verder te groeien

“We hebben ruimte en we willen ook bouwen. Maar we moeten dat wel slim doen. Huishoudens worden kleiner, mensen willen vaker anders wonen, in appartementen, lofts of compacte woningen. Die diversiteit maakt onze steden en dorpen juist levendig.”

Portretfoto Ellentrees Müller

“Wij bouwen niet, maar we maken het mogelijk”

De provincie bouwt zelf geen huizen, benadrukt Müller. “Dat doen de gemeenten en de markt. Wij zorgen voor de randvoorwaarden: dat er ruimte is om te bouwen, dat infrastructuur op orde is en dat er een goede balans is tussen sociale, betaalbare en duurdere woningen.”

Ze lacht: “Het klinkt misschien technisch, maar dat is precies waar het spannend wordt. Want alleen als we die mix goed krijgen, bouwen we steden en dorpen waar iedereen zich thuis voelt.”

Samen bouwen aan Flevoland

Wat haar het meest aanspreekt aan haar werk? “Dat we het samen doen,” zegt ze zonder aarzeling. “Met gemeenten, met waterschappen, met inwoners. Flevoland is groot genoeg om ambitie te hebben, maar klein genoeg om elkaar te kennen. Dat maakt samenwerken hier zo prettig.”

Een betrokken bestuurder

Vrije tijd is schaars, maar betrokken is ze altijd geweest. “Ik ben ooit de politiek in gegaan omdat ik iets wilde betekenen voor mijn directe omgeving. Ik wil de wereld mooier achterlaten voor mijn kinderen en dat begint dichtbij huis.”

Ze vat het zelf mooi samen: “Ik woon hier, ik werk hier, en ik geloof in deze provincie. Flevoland heeft alles in zich om verder te groeien: ruim, groen en vol kansen.”