Uitdagingen voor Flevoland

Het landelijk gebied van Flevoland betekent veel voor ons. We wonen er, we werken er, we recreëren er en we produceren er voedsel. Het is ons groot goed. Maar we staan ook voor grote uitdagingen op het gebied van bodem en water, natuur inclusief stikstof en klimaat. Niet alles kan overal. Het is ons gezamenlijk belang hier oplossingen voor te vinden.

Landbouw, natuur en wonen

Flevoland is een agrarische provincie met een grote verscheidenheid aan agrarische bedrijven, innovatief, hoogproductief en vol ondernemerschap. En een provincie met een palet aan landbouw, natuur en steden en dorpen. De ontstaansgeschiedenis van Flevoland, de samenstelling van de bodem en de klimaatveranderingen hebben gevolgen voor o.a. biodiversiteit, vruchtbaarheid van de bodem en waterkwaliteit en -kwantiteit. Een toekomstbestendig platteland, waar het goed wonen en werken is, willen we borgen voor de toekomst. Met ruimte voor (agrarisch) ondernemerschap en vitale natuur.

Water tot land gemaakt

In het hart van Nederland is in de twintigste eeuw water tot land gemaakt. Dat land werd Flevoland: ´s werelds grootste waterbouwkundig werk. Met de kwalitatief uitstekende grond waren de polders gericht op de voedselvoorziening en later ook voor groen, wonen, werken en recreëren in nabijheid van de volle Randstad. Het land werd ingericht op basis van eigentijdse inzichten en mogelijkheden: overzichtelijk en geordend. In 2023 bestaat het landelijk gebied van Flevoland voor een groot deel uit landbouw en natuurgebieden. De Flevolandse landbouw heeft een koppositie in Nederland en onze agrariërs dragen bij aan de (inter)nationale voedselvoorziening. De Flevolandse natuur is belangrijk voor de Nederlandse delta.

Doelen landelijk gebied Flevoland

Onze doelen voor het landelijk gebied zijn herstel van de biodiversiteit en een toekomstbestendige landbouw. Wat we in het landelijk gebied doen, moet rekening houden met het bodem- en watersysteem, de ondergrond en de omgeving. Voor de natuur geldt dat we streven naar een goede instandhouding en verdere ontwikkeling van de Flevolandse natuur. De landbouw moet passen binnen de grenzen van ons natuurlijk systeem. In het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) brengen we de twee doelen en vormen van landgebruik samen. Daarbij hebben we oog voor de unieke cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van het Flevolandse landschap. En hoe we die zo goed mogelijk kunnen behouden of zelfs versterken. Zo streven we naar een toekomstbestendig landelijk gebied waar het goed wonen, werken, recreëren en voedsel produceren is.

Uitdagingen in Flevoland

Een toekomstbestendig landelijke gebied vraagt om een goede bodem en de juiste hoeveelheid water. Dit natuurlijk fundament staat in Flevoland onder druk, denk bijvoorbeeld aan plaatsen waar sprake is van bodemuitputting en van verlies van biodiversiteit. In de Flevolandse polders is op meerdere plaatsen sprake van bodemdaling en verzilting. Niet alles kan meer straks meer overal. We zullen keuzes moeten maken en waar nodig een transitie voor het landelijk gebied in gang moeten zetten.

Oplossingsrichtingen

De Flevolandse uitdagingen voor het landelijk gebied komen mede voort uit de ontstaansgeschiedenis van de provincie, bedacht op de tekentafel, in combinatie met de bodemkarakteristieken en de gevolgen daarvan. In Flevoland liggen de mogelijkheden voor het behalen van de gestelde doelen.

Relatie tussen landbouw en natuur met als voorbeelden:

  • Versterken van de groenblauwe dooradering van het landelijk gebied, zoals natuurvriendelijke akkerranden, oevers en wegbermen en ecologisch en insectvriendelijk beheer.
  • Realiseren van overgangszones tussen land bouw en natuur om de biodiversiteit te vergroten. Zoals aanleggen van buffers in de vorm van akkerranden of struweel, nattere landbouw (extensivering, natte teelten), strokenteelt, ontwikkeling van nieuwe natte natuur, ook in de vorm van voor/achteroevers van dijken.
  • Vergroten agrarisch natuurbeheer door soortenbeheer, bodembeheer en langer bedekt houden van de bodem.
  • Boerenerven aanpassen door bijvoorbeeld aanplanten van bomen, struwelen, voedselplanten en heggen.

Transitie van de landbouw, passend bij natuurlijk fundament, met als voorbeelden:

  • Ontwikkelen hooginnovatieve (natuurinclusieve) landbouw.
  • Voortbouwen en uitbouwen van lopende proeftuinen en pilots, zoals in Landbouw Meerdere Smaken.
  • Andere toekomstbestendige teeltsystemen.
  • Ontwikkelen en opschalen van eiwitrijke (t.b.v. eiwittransitie) en vezelrijke (t.b.v. biobased bouwmaterialen) teelten.
  • Kennisontwikkeling, -deling en -toepassing in de praktijk.
  • Doorontwikkelen van biologische landbouw.
  • Realiseren van energiezuinige en emissie-arme teelten en voedselketens.

Relatie tussen stedelijk en landelijk gebied versterken met als voorbeelden:

  • Realiseren korte voedselketens. Verkleinen afstand boer en burger.
  • Realiseren van overgangszones waarbij de voedselproductie en leefomgeving vanuit de consument één en dezelfde zijn.