Stand van zaken

Op verzoek van de gemeenten Urk en Noordoostpolder heeft provincie Flevoland een trekkersrol op zich genomen in de ontwikkeling van de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (MSNF). De provincie is van mening dat deze haven van groot belang is voor de economische ontwikkeling van de regio Noordelijk Flevoland.

Belangstellingsregistratie

Het initiatief voor een nieuwe haven bij Urk is oorspronkelijk afkomstig van zeven maritieme bedrijven, verenigd in een consortium met de naam MSNF. Gebleken is dat dit consortium zelf de haven niet kan realiseren. De provincie heeft daarom een nieuw plan gemaakt. Om te onderzoeken of er naast deze bedrijven nog andere bedrijven zijn die zich in de nieuwe servicehaven willen vestigen, heeft de provincie in 2016 een belangstellingsregistratie uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan heeft een aantal nieuwe bedrijven zich gemeld. Met de bedrijven die passen bij het concept van de Maritieme Servicehaven wordt verder gesproken.

Samenwerkende overheden

De locatie voor de nieuwe haven ligt weliswaar dicht bij Urk, maar op het grondgebied van de gemeenten Noordoostpolder en Dronten. Deze gemeenten zijn daarom betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe haven. Bestuurders van de drie gemeenten hebben in de zomer van 2016 aangegeven de meerwaarde te zien van een nieuwe haven en willen samenwerken aan deze economische ontwikkeling om extra kansen te creëren voor bedrijven in de regio. De afspraken tussen de gemeenten Urk, Noordoostpolder en Dronten en de provincie Flevoland zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die in september 2016 door alle betrokken partijen is ondertekend.

Provinciaal inpassingsplan en MER

Om de haven mogelijk te maken heeft de provincie in 2016 een planologisch juridisch kader opgesteld in de vorm van een Provinciaal inpassingsplan (PIP) met bijbehorend Milieueffectrapport (MER). Deze stukken zijn in juli 2017 gewijzigd vastgesteld door Provinciale Staten. Daarnaast heeft de minister van Infrastructuur en Milieu ten behoeve van de realisatie van de Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland in het IJsselmeer in de gemeente Noordoostpolder ontheffing verleend op grond van artikel 3.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.

Inspraakprocedure

In 2016 is een Provinciaal inpassingsplan met Milieueffectrapport (PIP/MER) opgesteld voor de servicehaven. Daarbij is de uitgebreide MER-procedure gevolgd. In april/mei 2016 is de eerste stap in de procedure gezet met het ter inzage leggen van de Uitgangspuntennotitie en de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Vervolgens zijn PIP en MER uitgewerkt in een ontwerp PIP/MER dat in november/december 2016 ter inzage heeft gelegen. Het definitieve PIP/MER is in juli 2017 gewijzigd vastgesteld door Provinciale Staten. De Antwoordnota met de inspraakreacties op het ontwerp PIP/MER is als bijlage van het PIP ook vastgesteld. Na deze besluitvorming kon tegen het gewijzigd vastgesteld PIP en de ontheffing van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening beroep worden ingesteld. Daartoe hebben de relevante stukken van woensdag 10 augustus tot en met woensdag 20 september 2017 ter inzage gelegen. In deze periode is door één partij – de IJsselmeervereniging - beroep ingesteld bij de Raad van State. De IJsselmeervereniging maakte bezwaar tegen de gebruikte Barro-ruimte en de impact die de nieuwe servicehaven heeft op het landschap en natuurwaarden. Op woensdag 11 december 2019 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over het beroep van de IJsselmeervereniging tegen het op 19 juli 2017 door Provinciale Staten vastgestelde Provinciaal inpassingsplan Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland (MSNF). De Raad van State heeft aangegeven dat de beoordeling van de natuureffecten voor stikstof in deze zaak leidt tot een gegrond beroep van de IJsselmeervereniging en vernietiging van het gehele inpassingsplan voor de MSNF.

Vervolgstappen

De vernietiging van het inpassingsplan betekent dat de provincie een heel nieuw plan zal moeten opstellen en de daarbij behorende procedures opnieuw worden doorlopen. De Raad van State heeft meer dan twee jaar lang over de uitspraak gedaan. Hierdoor zijn gegevens en onderzoeken inmiddels ten dele verouderd. Er zal onder andere een nieuwe passende beoordeling moeten worden gemaakt. De verwachting is dat de uitspraak van de Raad van State zeker leidt tot een jaar extra vertraging voor de realisatie van de gewenste buitendijkse servicehaven. De provincie is na het vernietigen direct gestart met een nieuw inpassingsplan en daarbij horende procedures en onderzoeken. Op 30 juni 2021 hebben Provinciale Staten het provinciaal inpassingsplan “Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland” gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen zijn opgenomen in de “Nota van beantwoording zienswijzen ontwerp inpassingsplan en milieueffectrapport (MER) Maritieme Servicehaven Noordelijk Flevoland". Deze liggen van 16 juli tot en met 26 augustus 2021 ter inzage. In deze periode is door één partij – de IJsselmeervereniging - opnieuw beroep ingesteld bij de Raad van State. 

In september 2022 heeft de Raad van State het Inpassingsplan en het MER onherroepelijk vastgesteld. Dat betekent dat de provincie verder kan gaan met het uitwerken van de plannen. Naar verwachting is dat de aanbesteding in 2023 kan starten.